Op zaterdag 16 december 2023 vond te Antwerpen de elfde lustrumviering plaats van de Marnixring Internationale Serviceclub. In de voormiddag stond een bloemenhulde aan het standbeeld van Filips van Marnix, heer van Sint-Aldegonde, op het programma, in de namiddag een colloquium 'Onze taal, onze identiteit'. Sprekers op het colloquium waren prof. dr. Rik Torfs (KU Leuven) met een lezing getiteld Identiteit, An De Moor (hogeschool Odisee) met Is de taal (nog) gans het volk? Het Nederlands vandaag en morgen en tot slot prof. dr. Walter Weyns (Universiteit Antwerpen) met De invloed van 'woke' op onze taal.
Afbeelding door B.G. Johnson
Prof. dr. Walter Weyns, auteur van Wie wat woke? (2021), startte zijn uiteenzetting met Freedom of Speech (zie afbeelding) van de Amerikaanse illustrator Norman Rockwell (1894-1978). Op de afbeelding staan enkel mannen. Of toch niet? Wie goed kijkt, ontwaart achter de man met zwarte vest en das, half verstopt, een vrouwengezicht. Enkele jaren geleden werden verschillende 're-enactments' van deze afbeelding gemaakt: met vrouwen, zwarten, lesbiennes ... Kortom: de setting werd diverser. Dat is een mooi voorbeeld dat ervoor wil zorgen dat niemand 'over het hoofd gezien wordt'.
Maar er zijn meer problematische manieren om inclusief te willen zijn. Zo is er de revisionistische geschiedschrijving. In de strikte zin van het woord is daar weinig mis mee; het is normaal dat nieuwe inzichten voorheen onderbelichte aspecten aan het licht brengen. Het wordt pas een probleem wanneer die revisionistische geschiedschrijving dient om een activistische agenda door te drukken en er niet zelden sprake is van geschiedvervalsing. Zo is er het beruchte voorbeeld van The 1619 Project. A New American Origin Story (2021). Dat boek schetst een alternatieve geschiedenis van de Verenigde Staten en legt het ontstaan niet in 1776, maar in 1619. Dat is namelijk het jaar waarin de eerste slaven vanuit Afrika arriveerden in de Verenigde Staten. En het zouden die slaven geweest zijn die de Verenigde Staten tot een economische grootmacht hebben gemaakt. Het werk stuitte echter op veel kritiek bij professionele historici.
Verder lichtte Weyns uitvoerig toe hoe woke-mensen alles vanuit het perspectief van machtsongelijkheid bekijken, wat een marxistische manier van denken is.
Uiteindelijk kwam hij op het aspect van de taal. Essentieel was zijn opmerking dat woke uitgaat van de naïeve veronderstelling dat we door de taal te veranderen onze manier van denken zouden kunnen veranderen. Door voornaamwoorden in onze handtekening te vermelden, zouden we meer respect krijgen voor ieders genderidentiteit; door niet meer over 'gehandicapten' maar over 'mensen met ene handicap' te spreken, zien we meer dan enkel de handicap van de persoon. Maar zo eenvoudig werkt het helaas niet.
Toch erkent Weyns dat aan de hele discussie moeilijke kanten zitten. Woorden kunnen wel degelijk schaden. Dat zei de Duits-Joodse filoloof Victor Klemperer al in zijn boek Lingua Tertii Imperii. De taal van het Derde Rijk (1947). Hij toonde aan hoe woorden en wendingen in het taalgebruik 'als kleine stukjes arsenicum in de taal sluipen en hoe dat gif de geesten beïnvloedt'.
Mogen we dan niet meer vrijuit spreken? Even waardevol als Klemperer is nochtans George Orwell met zijn befaamde quote: 'If liberty means anything at all, it means the right to tell people what they do not want to hear.'
Welke houding nemen we dan best aan? Die van twijfel en wederzijdse openheid. Weyns besloot zijn uiteenzetting dan ook met de wijze woorden van de Duitse filosoof Hans-Georg Gadamer (1900-2002): 'Der Andere könnte Recht haben.'
Dr. Astrid Elbers
Universiteit Antwerpen
De auteur is kernlid van Hypatia