Woke ! La tyrannie victimaire

Gepubliceerd op 15 april 2024 om 10:39

Op 9 maart 2024 was ik in de Universiteit Antwerpen aanwezig op een interessante middag over academische vrijheid, georganiseerd door de onafhankelijke groep academici Hypatia. Hypatia (°ca. 350-370 †415) was een geleerde Griekse vrouw, die door de fanatieke christenen op de meest gruwelijke wijze om het leven is gebracht wegens haar vrije gedachten. In Antwerpen heb ik dit boek gekocht.

Nadia Geerts op het Hypatia-symposium van 9 maart 2023

 

De auteur, Nadia Geerts, was lerares. Toen ze op Facebook haar sympathie betuigde voor Samuel Paty, de leraar maatschappelijke vorming die op 16 oktober 2020 in Éragny (Frankrijk) door een moslim op straat onthoofd is, is ze zodanig bedreigd dat ze is moeten onderduiken en haar werk als lerares heeft moeten opgeven. Ze is een vurig verdediger van vrije meningsuiting en van de gelaïciseerde maatschappij.

Een boek schrijven over woke is niet eenvoudig want woke is weliswaar overal aanwezig, maar toch moeilijk definieerbaar. Het is bovendien niet zonder risico want het agressieve fanatisme van de wokes kent geen grenzen, zoals Nadia Geerts ondervonden heeft. Het resultaat van haar doorzetting is overzichtelijk gestructureerd, grondig gedocumenteerd, gelardeerd met talrijke overtuigende voorbeelden en vlot leesbaar.

Na de ‘Préface’ door Pierre-André Taguieff, ‘directeur de recherche au CNRS (Centre national de la recherche scientifique’ (Frankrijk) en een inleiding, definieert Geerts haar onderwerp en situeert het historisch en filosofisch. Daarna volgen twee hoofdstukken met respectievelijk een thematische en een kritische benadering.

 

Wat is woke?

Woke is een cultureel fenomeen dat erg zichtbaar is in het taalgebruik wegens de creatie van nieuwe woorden en het verbieden van bestaande. Dat proces is ingezet toen er dertig jaar geleden voor het eerst sprake was van politiek correct denken, spreken en schrijven met als resultaat een hele reeks eufemismen zoals ‘andersvalide’, ‘interieurhygiëniste’ en ‘slechtziende’. Het Woordenboek van eufemismen en politiek correct taalgebruik van Marc De Coster dateert van 2001. De laatste jaren heeft deze trend zich razendsnel doorgezet en heeft niet langer tot doel om de zwakken te ontzien, maar om de veronderstelde onderdrukkingsmechanismen in de maatschappij via taal (on)zichtbaar te maken.

Volgens de wokes is structureel racisme alomtegenwoordig. Zelfs zonder dat er sprake is van zichtbaar racisme, heeft deze sluimerende discriminatie een verwoestend effect op gediscrimineerde individuen (‘personnes racisées’). Dat verborgen racisme heeft onder meer wortels in ons koloniale verleden. Toen was het nog uitgesproken aanwezig, maar tegenwoordig gaat het onverdroten voort in bijvoorbeeld het overnemen van elementen uit een minderheidscultuur zoals haardracht, muziek of keukenrecepten. Wie kiest voor rasta-haar, door zwarten geïnspireerde muziek of niet-Europese recepten, is een verborgen racist want hij eigent zich zaken toe die geen deel uitmaken van zijn cultuur. Dat is volgens de wokes een nieuwe vorm van onderdrukking en exploitatie.

Nog volgens de wokes is die structurele discriminatie patriarchaal en wordt in stand gehouden door de heteroseksuele blanke man van gemiddeld vijftig jaar (de boomer), die zich mentaal in volkomen overeenstemming voelt met zijn biologisch geslacht. Een van de – in de ogen van de wokes – schandalige manieren waarop deze mannelijke alomtegenwoordigheid zich manifesteert, is dat het neutrale genus in de taal masculien is. Zowel vrouwen als mannen worden bijvoorbeeld ‘professor’ genoemd, terwijl het in wezen een mannelijk woord is waarvan geen vrouwelijke variant bestaat. Daarom smeedt woke nieuwe zogenaamd genderneutrale woorden zoals <froeurs> (62), wat in het Nederlands <broesters> oplevert. Ook het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke voornaamwoorden moet eraan geloven. In het Frans leidt dat tot <iel>, <celleux> en <toustes>. In het Nederlands hebben de wokes vormen bedacht als ‘Ik heb hen gevraagd wat diens favoriete drankje is’, waarbij <hen> en <diens> verwijzen naar één persoon. Maar het gaat verder dan dat. Ook zogenaamde mansplaining, een uitleg (explaining) die gegeven wordt door een man, is uit den boze. De mannelijke dominantie is overigens niet beperkt tot ras en geslacht – aan discriminatie op basis van sociale klasse besteden de wokes merkwaardig genoeg geen aandacht – maar gebeurt ook op basis van ‘validisme’ (handicap), ‘âgisme’ (leeftijd), ‘spécisme’ (mens of dier) en nog een hele reeks ‘ismen’ (24). Wordt iemand gediscrimineerd op grond van meer dan één ‘isme’, dan spreken de wokes van ‘intersectionaliteit’, een Afro-feministische term die in 1989 vanuit Amerika overgewaaid is.

Seksualiteit wordt niet gezien als een biologisch gegeven, maar als een sociale constructie. Bij de geboorte krijgen we in functie van onze genitale uitrusting een geslacht toegewezen – let op het woord ‘toegewezen’ – en dat sluit ons op in een vakje. Waar het echt om te doen is, is hoe we ons voelen: ‘le ressenti’. Dat bepaalt ons werkelijke geslacht. Ik kom er verder op terug.

De bestrijding van de alomtegenwoordige onderdrukking vereist een specifieke strategie. Ten eerste moeten de onderdrukten van zich laten horen (25) en dat bij voorkeur zo agressief mogelijk. Dat moeten ze bovendien zelf doen want sympathisanten zonder eenzelfde persoonlijke ervaring (‘alliés’, 25) hebben geen recht van spreken. Ten tweede worden niet-gemengde ontmoetingen (‘rencontres en non-mixité’, 23, 26), georganiseerd en worden safe places gecreëerd. Dat zijn plaatsen waar minderheden die zich bedreigd voelen door de blanke-mannenwereld, zich kunnen verschansen. Aan heel wat Amerikaanse universiteiten zijn dergelijke plaatsen al vanaf 2010 ingericht. Het hoeft daarbij niet te gaan om reële bedreigingen of gevaren. Het gevoel bedreigd te zijn, volstaat en de lijst van mogelijke bedreigingen is oneindig. (27) Ten derde moet de zogenaamde cancel culture toegepast worden: al wat naar onderdrukking riekt, moet verdwijnen. Leopold II moet weg, toneelvoorstellingen en tentoonstellingen worden geboycot en afgelast, alle woorden die aan om het even wie ook maar enige aanleiding tot ergernis zouden kunnen geven, moeten worden geschrapt of vervangen, óók in literair werk. Bewegingen als #MeToo en #Balancetonporc functioneren binnen dit denkpatroon en hebben flink bijgedragen tot de verspreiding ervan.

 

Het ontstaan: historisch

De term ‘woke’ is een slang- of groepstaal-afleiding van het Engelse werkwoord awake. Het heeft de vorm van een voltooid deelwoord en betekent ‘wakker [geworden]’, ‘bewust [geworden]’. Al in 1860 is in Amerika een anti-slavernijbeweging ontstaan met de naam Wide Awake (‘klaarwakker’, ‘op zijn hoede’). In de jaren 1940 dook de term ‘woke’ op in teksten van jazzmuzikanten in Harlem. In 1962 spoorde de Afro-Amerikaanse schrijver William Melvin Kelley de zwarten aan om hun situatie onder ogen te zien in een bijdrage met de titel If You’re Woke You Dig It (‘Als je wakker bent, begrijp je het’). In juli 1965 hield Martin Luther King aan de Oberlin University in Ohio de afstudeertoespraak onder de titel Remaining Awake Through a Great Revolution. In Master Teacher van Erykah Badu uit 2008 herhaalt het koor talrijke keren ’I stay woke’. (28-29)

 

De term ‘woke’ had oorspronkelijk dus betrekking op de strijd voor gelijke rechten van de zwarten in Amerika. Daar is verandering in gekomen toen in 2014 de Afro-Amerikaan Michael Brown door de politie gedood werd, wat geleid heeft tot de Black Lives Matter (BLM) beweging. Vanaf dan is de hashtag #StayWoke op de zogenaamde sociale media verschenen. In 2016 heeft de documentaire Stay Woke: The Black Lives Matter Movement voor de totale doorbraak gezorgd. Sindsdien is #StayWoke het verzamelteken voor wie het systeemracisme (‘racisme systémique’, 30) bestrijdt, waaronder onder meer seksuele (lees: niet-mannen), etnische (lees: niet-blanken) en religieuze (lees: moslims) minderheden te lijden hebben. In 2017 is het woord opgenomen in de Merriam-Webster, in september 2020 als adjectief in Van Dale en in mei 2023 in de Petit Robert en in Van Dale als substantief.

Hoewel het zogenaamde ‘wokisme’ zijn oorsprong dus heeft in raciale discriminatie, is het stelselmatig verbreed, maar in zeker opzicht ook verengd, tot: ‘zich bewust worden van het verband tussen dominantie en sociale onrechtvaardigheid, meer bepaald onrechtvaardigheid die het gevolg is van het vigerende sociale en politieke systeem’. Intussen heeft het wokisme zijn focus steeds verder uitgebreid tot bijvoorbeeld ook de wereld van kunst, politiek, economie en zelfs milieu. (31-32) Merkwaardig is – zo stipt Geerts aan – dat geen enkele woke-groepering zich (nog) zo noemt. De term wordt (vandaag de dag) uitsluitend gebruikt door tegenstanders, uiteraard in negatieve zin. (33)

Wokisme verwerpt de universele idealen van de verlichting en de Franse Revolutie (‘Liberté, Egalité, Fraternité’) en derhalve ook de huidige West-Europese beschaving ten voordele van ongebreideld individualisme. In de ogen van de wokes heeft het verlichte universalisme – gelijke rechten en behandeling voor iedereen – gefaald omdat er niet genoeg rekening gehouden is met individuele gevoeligheden. Hoezeer de wokes zichzelf ook beschouwen als linkse wereldverbeteraars, toch ijveren ze voor een wereld waarin het individu centraal staat en niet langer het universele ideaal van een betere wereld voor iedereen, en in het bijzonder voor het proletariaat, wat toch de hoofdbekommernis was van traditioneel links. Het wokisme is derhalve een ‘pensée de la fragmentation’ (40). De plaats van rationeel handelen teneinde het leven van iedereen beter te maken, is ingenomen door emotioneel handelen teneinde de gevoeligheden van individuen te ontzien. Ratio heeft plaats geruimd voor sentiment. Irrationaliteit heerst. Rationaliteit is verbannen.

 

Het ontstaan: filosofisch

Filosofisch gezien is het wokisme de vrucht van twee filosofische stromingen: het postmodernisme en het liberalisme. Het eerste verwerpt het idee van universele waarheden en reduceert alles – zelfs historische feiten – tot meningen en visies. Het tweede, het liberalisme, is door de wokisten tot het uiterste doorgedreven want de enige norm die nog geldt, is, zoals gezegd, het subjectieve aanvoelen van het individu.

Het postmodernisme is terug te voeren tot de filosofie van Martin Heidegger (1889-1967). Van hem komt de term ‘Destruktion’, waarmee in de jaren twintig van de vorige eeuw de aanval is ingezet op verlichting

 en rationalisme. Ik sla een paar filosofen over zoals Theodor Adorno, om uit te komen bij de Franse van wie de bekendste in dit verband zijn: Roland Barthes (1915-1980), Michel Foucault (1926-1984) en Jacques Derrida (1930-2004). Zij zijn de gangmakers van wat men ‘deconstructie’ (ook ‘deconstructivisme’ of ‘deconstructionisme’) is gaan noemen. De term zegt het klaar en duidelijk: al wat in de westerse wereld op grond van rationeel denken opgebouwd is, moet afgebroken worden wegens ondeugdelijk en bedrieglijk, inclusief het reeds genoemde universalisme ten voordele van het individualisme en het rationele objectivisme ten voordele van het irrationele subjectivisme. Simpelweg álles wordt in twijfel getrokken want alle waarneming is subjectief en persoonlijk. We weten allemaal dat twee verslagen van eenzelfde gebeurtenis twee verschillende getuigenissen opleveren, maar zelfs het voor de hand liggende feit dat die gebeurtenis dan toch heeft plaatsgevonden op die dag, op dat moment en op die locatie, wordt door de postmodernen niet erkend als een objectief gegeven.

Wokisme is een kind van het postmoderne deconstructionisme. Derrida heeft bijvoorbeeld opgeroepen om ten strijde te trekken tegen wat hij ‘phallocentrisme’ noemde: in zijn ogen het monster van mannelijke overheersing dat het masker droeg van de Rede (‘le masque de la Raison’, 43). Uit de combinatie van mannelijke seksuele overheersing en overheersing door (valse) taalretoriek is, naar analogie van ‘logocentrisme’, ten slotte de term ‘phallogocentrisme’ gesmeed. De blanke westerse beschaving is, zoals gezegd, de bron van alle kwaad. Slavernij, kolonialisme, racisme, nationalisme en nog tal van ‘ismen’ zijn de verderfelijke vruchten van de blanke, mannelijke, westerse hegemonie. Ook filosofie, literatuur, kunst, democratische instellingen, ja zelfs wetenschapstakken als wiskunde en fysica worden gezien als verdachte vruchten van dezelfde boom. Doordat al wat in de ogen van de wokes deel uitmaakt van het westerse denken, inclusief dichotomieën zoals ‘lichaam/geest’, ‘passie/ratio’, ‘opinie/waarheid ’, ‘mannelijk/vrouwelijk’ en ‘objectief/subjectief’, gedeconstrueerd moet worden zonder omzien naar enige feitelijke waarheid, leidt het deconstructivisme finaal tot nihilisme.

Ook in academische kringen is het woke-denken diep doorgedrongen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de oprichting van tal van cursussen onder de verzamelnaam Studies. Die ‘studies’ zijn niet langer verbonden met studierichtingen zoals geschiedenis, sociologie en antropologie, maar met een studieobject, met een voorkeur voor minderheden of groepen die zich gediscrimineerd voelen zoals vrouwen (Gender Studies), kleurlingen (Ethnic Studies), homoseksuelen (Gay Studies), zwaarlijvigen (Fat Studies), dieren (Animal Studies), enzovoort. In de Verenigde Staten is de oprichting van dergelijke Studies al veertig jaar aan de gang. Bij ons zijn ze de laatste decenniën aan alle universiteiten tot stand gekomen. Er bestaan zelfs Critical White Studies, uiteraard niet om na te gaan hoe blanken gediscrimineerd worden, maar om integendeel te onderzoeken op welke gewiekste manier blanken anderskleurigen ‘systeem-discrimineren’. Een vak als Cultural Studies heeft allerminst de bedoeling om andere culturen te bestuderen, maar enkel en alleen om de westerse cultuur onderuit te halen. Op die manier is het irrationalisme van woke doorgedrongen tot in de kern van de universitaire wereld, met als gevolg dat niet langer het neutraal wetenschappelijk onderzoek de agenda bepaalt, maar het subjectieve engagement. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de ‘politisation des sciences’ (49): bijdragen aan wetenschappelijke tijdschriften worden niet langer geweigerd of aanvaard op grond van hun intrinsieke wetenschappelijke merites, maar op grond van de mate waarin ze passen in en bijdragen tot het ideologische discours. Ook de debatcultuur, een fundament van academisch denken, is geweken voor een cultuur van canceling: wat niet past binnen het woke-discours of wat iemand ook maar enigszins zou kunnen kwetsen in zijn of haar ‘gevoeligheid’ (‘ressenti’), moet verdwijnen. Dat is de ‘épistémisation de la militance’. (49)

Wie de colleges mag geven, wordt ook niet langer – of toch niet exclusief – beslist op grond van zijn of haar wetenschappelijke verdiensten, maar op grond van de mate waarin hij of zij past binnen de woke-ideologie en bereid is om die uit te dragen. Het is tekenend dat de cursus ‘racismes et antiracismes’ aan de ULB gedoceerd wordt door Abdellali Hajat, die, samen met Marwan Mohammed, in 2016 het boek Islamophobie. Comment les élites françaises fabriquent le ‘problème musulman’ heeft gepubliceerd. Daarin wordt, zoals de titel aangeeft, gesteld dat kritiek op de islam per definitie nooit terecht is want altijd het gevolg van de machinaties van de blanke, in dit geval Franse, mannelijke elites.

Nog een voorbeeld, niet alleen van hoe het wokisme zich in de academische wereld heeft genesteld, maar ook van hoe het tot in het ridicule toe werkelijk alle kwaad op het conto van blanke dominantie schrijft, is dit. De ULB heeft in het academiejaar 2022-2023 een reeks voordrachten georganiseerd onder de titel ‘Approches critiques de la race’, waarin onder meer ‘academische’ beweringen te horen waren als: ‘Vooral in de Brusselse context, blijkt dat het beleid van tweetaligheid Frans-Nederlands een raciale sociale orde dient binnen een blank ideologisch kader, anders gezegd witheid (‘blanchité’)’ (52). Het is met andere woorden allemaal de schuld van de blanke mannelijke westerling, die hiervoor gestraft moet worden tot in het derde en vierde geslacht. (Ex 20, 5; Ex 34, 7; Num 14, 18)

Om te bewijzen dat veel van die Studies geen enkel niveau halen, hebben in 2017 drie Amerikaanse onderzoekers een twintigtal nepartikels (‘articles bidon’, 52) aangeboden aan een aantal wetenschappelijke tijdschriften. Een jaar later waren vier ervan gepubliceerd, drie waren aanvaard, zes waren afgewezen en zeven bevonden zich in het stadium van peer review. In het tijdschrift Sexuality and Culture werd het artikel ‘Passer par la porte de derrière’ afgedrukt, waarin aanbevolen wordt dat heteromannen zich anaal zouden leren bevredigen met een dildo teneinde meer begrip op te brengen voor transseksuelen. Het tijdschrift Gender, Place and Culture heeft een artikel opgenomen waarin het bestaan van een volkomen verzonnen verkrachtingscultuur bij honden beschreven werd, wat specifiek bij bepaalde hondenrassen tot structurele onderdrukking zou leiden. Dat artikel werd bovendien uitgeroepen tot een van de twaalf beste die dat jaar gepubliceerd waren.

Wokes cancelen, verbieden en vernielen, maar wat moet er in de plaats komen? Ze besteden al hun energie aan fulmineren, protesteren en klagen, maar niet aan het ontwerpen van een betere wereld, waarvan ze niet eens weten hoe die eruit zou moeten zien. Woke is met andere woorden een cultuur van negatie zonder constructief perspectief. (53) Erger nog, aan de hand van de case van het Evergreen State College in Washington, illustreert Geerts hoe het woke-streven naar non-discriminatie en tolerantie geleid heeft tot een klimaat van terreur tegen al wie dat streven niet deelt, compleet met bedreiging en ontslag van wie er een eigen mening op nahoudt, zoals professor Bret Weinstein. Vanaf 1970 werd aan het Evergreen State College een Day of Absence georganiseerd. Op die dag bleven de zwarte personeelsleden thuis om aan de witte duidelijk te maken hoe belangrijk en onmisbaar ze waren. In 2017 werden de rollen omgekeerd en moesten de witten thuisblijven. Wat toegelaten was voor de zwarten, werd nu zo goed als verplicht voor de witten. Weinstein heeft geweigerd om daaraan mee te doen met als gevolg dat zijn colleges verstoord werden door protesterende studenten die hem uitscholden voor racist, en dat heeft geleid tot zijn vertrek. Hij behoort sindsdien tot de groep van academici die een tegenstem laten horen en die het ‘intellectual dark web’ genoemd wordt. (55-59) De kernvraag van de wokes is niet langer of er sprake is van racisme want dat is een uitgemaakte zaak. De vraag is op welke manier dat racisme zich manifesteert. De roep om rechtvaardigheid is een inquisitoire obsessie geworden.

 

Hoofdstuk I: Thematische benadering

Opvallend is, zoals gezegd, de fixatie op taal, die gezien wordt als een wapen om te indoctrineren en te domineren. In 2022 heeft de ‘Fédération Wallonie-Bruxelles’ de brochure Inclure sans exclure gelanceerd met aanbevelingen voor zogenaamd ‘inclusief’ taalgebruik: taalgebruik waardoor niemand uitgesloten wordt. Leraars Frans wordt sterk aangeraden om niet meer te zeggen ‘Le masculin l’emporte sur le féminin’, maar wel ‘Le genre masculin s’utilise aussi pour les ensembles mixtes’. Aanpassingen van taal gebeuren op het niveau van de woordenschat, de grammatica en de spelling. Een voorbeeld van dat laatste is de introductie van het zogenaamde ‘middenpunt’ of ‘middelpunt’ of ‘interpunt’ in woorden als <redacteur×trice>. Overwegingen van taalhistorische of etymologische aard worden als niet ter zake doend van tafel geveegd. Taal is voor de wokes geen vrucht van een historische ontwikkeling en allerminst een neutrale conventie, maar een symbool van mannelijke blanke dominantie. Van enige rationele benadering is in het geheel geen sprake, laat staan van enig gevoel voor relativering. Alles wordt met bloedige ernst bekeken want ook dat is een kenmerk van woke: voor humor is er absoluut geen plaats. (60-69, 73)

Een tweede manifestatie van woke is de overvloed aan nieuwe concepten met daarbijhorende nieuwe termen. Denk maar aan ‘cisgender’, ‘trans-exclusionary radical feminist (TERF)’ (negatieve term voor feministen die geen trans-vrouwen willen toelaten in de vrouwelijke emancipatiestrijd omdat ze dat zien als een zoveelste poging van mannen om, nu omgebouwd tot vrouw, de strijd van de vrouw te kelderen, 130-131), ‘niet-binair’, ‘acéphobie’ (asexfobie, een afkeer van aseksuele mensen), ‘white fragility’, ‘mansplaining’ enzovoort. Een van de perverse gevolgen hiervan is dat de norm verdwijnt want normaliteit is ook een uiting van dominantie en macht. Wie tevreden is met de genitale uitrusting en het geslacht dat hem of haar bij de geboorte ten deel is gevallen, mag zich in geen geval beschouwen als ‘normaal’ en zeker niet als ‘norm’. Vandaar de term ‘cisgender’, die de zonet beschreven groep, die een overweldigende meerderheid vormt, reduceert tot een van de mogelijke varianten in een maatschappij die lijdt aan ‘heteronormativiteit’. (72) Wie nog maar de wenkbrauwen fronst bij een van de vele seksuele varianten die tegenwoordig een naam hebben gekregen, zelfs zonder dat er sprake is van een verbale uiting, laat staan fysieke agressie, maakt zich al schuldig aan een van de talloze fobieën. De zonde zit in de gedachte, niet in de daad. Een ander pervers gevolg van het wokisme is dat de wereld verdeeld wordt in goeden en slechten, waarbij al op voorhand vastligt wie tot de slechten behoort en wie niet. Zo heeft de roep om tolerantie een wereld van complete intolerantie in het leven geroepen.

Naast nieuwe woorden voor nieuwe concepten, zijn er ook verboden woorden. ‘Man’ en ‘vrouw’ moeten verdwijnen want die zijn beledigend voor de binairen. We spreken dus van ‘personen met een penis’ en ‘personen met een schaamspleet’ of ‘personen met een baarmoeder’. Dat laatste kan echter ook weer beledigend zijn voor vrouwen die geen baarmoeder meer hebben. Eind 2023 is in het Franstalige landsgedeelte een bewustmakingscampagne gevoerd in verband met baarmoederhalskanker waarvan de tekst luidde: ‘Bent u tussen 25 en 64 jaar en hebt u een baarmoeder? Laat u testen!’. Dat was beledigend voor de vrouwen van wie de baarmoeder verwijderd was, maar niet de baarmoederhals. Daar hadden de bedenkers van de campagne niet aan gedacht. Het enige wat ze wilden, was het woord ‘vrouw’ verbannen.

In hun verblinding zien de wokes hun eigen fobieën niet. Voor atheïsten, zeker wanneer die in het bijzijn van een moslim(a) verklaren dat Allah een fictie is, hebben de wokes geen consideratie. Toen Mahinur Özdemir als eerste gehoofddoekte afgevaardigde de eed aflegde in het Brussels parlement, had een burger de moed om te roepen ‘Dieu n’existe pas’. Hij werd onmiddellijk manu militari afgevoerd. Van woke-verzet tegen deze atheïstofobie is niets vernomen. Nauw verwant is uiteraard de laïcofobie. Wie streeft naar een neutrale, gelaïciseerde maatschappij, wordt door de wokes beschouwd als blank, rechts, voorstander van een stevige rechtsorde en islamofoob. Zo iemand is de genade van woke niet waard. De schuldigverklaring van alle blanke vijftigers is in woke-ogen evenmin een fobie, maar integendeel de kern van de woke-strijd met als voornaamste wapen ... discriminatie. Woke lijdt ook aan dextrofobie. Al wat als rechts wordt beschouwd – en dat is veel – moet, indien nodig met geweld, tot zwijgen worden gebracht, des te meer wanneer het gaat om islam of om immigratie. Hoewel woke alle denkbare normen cancelt, blijft één norm onwrikbaar overeind: ‘la sinistronormativité’ (75). ‘Sini(e)stro’ - van het Latijn ‘sinister’ – is in Romaanse talen een woord voor ‘links’. Een andere norm die niet omvergehaald wordt is de ‘islamonormativité’. De verdraagzaamheid jegens al wat met de islam te maken heeft, is buitensporig, evenals de bereidheid om alles van de islam te tolereren, goed te keuren en zelfs te introduceren: onverdoofd slachten, babybesnijdenis, verplichte hoofddoek, cafés voor uitsluitend mannen, islamitische feestdagen, wintermarkten in plaats van kerstmarkten, enzovoort. Bij officiële gebeurtenissen krijgen we obligaat een moslima met hoofddoek te zien. Joden, sikhs, boeddhisten en tal van andere religies blijven buiten beeld. Ook voor politieagenten is er geen genade. Zij staan per definitie aan de kant van de blanke onderdrukker en mogen dus gediscrimineerd worden. (69-82)

In de rest van het eerste hoofdstuk (82-146) werkt Geerts een groot aantal aspecten en manifestaties van het wokisme uit en onderbouwt haar betoog met overtuigende actuele voorbeelden. Het is onmogelijk om daar binnen het kader van deze bespreking op in te gaan. Ik beperk me tot twee aspecten.

Het eerste is La déconstruction radicale du sexe au profit du genre (122-133). Zoals hoger al gezegd, beschouwt woke het geslacht (‘le sexe’) als een biologisch gegeven dat betrekking heeft op zeer weinig zaken (‘très peu de choses’, 123), die bovendien als onbelangrijk worden beschouwd, te weten: anatomie, hormonen, chromosomen en geslachtsklieren. Het gender, daarentegen, refereert aan tal van sociale verschillen tussen man en vrouw, zoals de manier waarop men zich kleedt en het soort werk dat men kiest. Dat zijn praktijken die niet biologisch, maar sociaal gefundeerd zijn en die volgens de wokes ten onrechte verbonden worden met het biologisch geslacht. (124-125) Een veelzeggend gevolg van deze absurde kijk op seksualiteit is dat Belgen sinds 1 januari 2018 hun geslacht en voornaam officieel kunnen laten wijzigen zonder dat ze ook maar enige medische ingreep hebben ondergaan. Het gendergevoel staat dus boven het biologische geslacht. Ook officieel.

Maar zo eenvoudig is het ook weer niet want de vraag is wat men onder ‘gender’ verstaat. Is dat het ‘gender-gevoel’ of de ‘gender-uitdrukking’? Men kan zijn gender namelijk uiten via sociale codes (kledij, gedrag, taal), maar ook via lichamelijke codes (hormonen, operaties). Iemand met een biologisch vrouwelijk geslacht kan zich vrouw voelen, maar ervoor kiezen om zich mannelijk te gedragen en te kleden. Een biologische man met stevige baard en mannelijke outfit, kan zich op grond van zijn gender-gevoel laten registreren als vrouw. Bovendien kan dat gevoel evolueren. En dan hebben we het nog niet gehad over de beslissing van het Grondwettelijk hof van 19 juni 2019 dat Belgen zich ook moeten kunnen laten registreren als binair. (127) Er zijn zelfs wetenschappers die stellen dat we vijf geslachten hebben: genetisch (XX of XY), anatomisch (penis of vagina), hormonaal (testosteron of progesteron), sociaal (man of vrouw) en psychologisch (masculien of feminien). Meestal vallen die vijf samen, maar niet altijd. Als we, zoals woke het wil, het individuele gevoel (‘le ressenti’) laten primeren boven de biologische feitelijkheid, dan komen we met de categorieën man-vrouw-binair niet toe. Hoeveel verschillende afdelingen toiletten moeten er in de toekomst voorzien worden in openbare ruimtes? Wat met vrouwen die ervoor kiezen om niet gemengd, maar per geslacht te douchen na het zwemmen en plotseling een vrouw met een penis zien binnenwandelen? Zullen de feministen het goed vinden dat bij het streven naar pariteit in besturen en vergaderingen transvrouwen meegeteld worden als vrouw of zullen ze dat, zoals de reeds vermelde TERF-dames, beschouwen als een gewiekste poging van de gehate mannen om, nu omgebouwd tot vrouw, de feministische zaak te torpederen?

Nochtans is het geslacht een biologisch feit dat zelfs operatief niet gewijzigd kan worden. Men kan de anatomie aanpassen en de hormonen wijzigen, maar niet de chromosomen XX en XY. Bovendien hangen veel ziektes en medische risicofactoren samen met het geslacht. Ten slotte: het voortbestaan van de mens hangt af van het biologische geslacht van man en vrouw. Kortom, het biologisch geslacht dat ons volgens de wokes slechts ‘toegewezen’ is, valt niet fundamenteel te wijzigen en allerminst te negeren.

Het tweede aspect waarbij ik stilsta, is Woke et écologie (140-146). Bekommernis om natuur en dier is al bij Derrida en zelfs al bij Heidegger aan te treffen en vormt dus deel van de deconstructionistische erfenis waarvan woke een erfgenaam is. Toch staat het thema niet bovenaan de woke-agenda. Krijgt het daar toch een plaats, dan zien we opnieuw de bekende mechanismen optreden: combattief fanatisme en ontkenning van de realiteit. Van het eerste levert de klimaatactiviste Greta Thunberg het frappantste voorbeeld. Hysterisch schreeuwen, boosaardig kijken en mensen uitschelden zijn haar voornaamste wapens. Van het tweede heeft fanaticus Kristof Calvo samen met Samuel Cogolati een overtuigend voorbeeld geleverd door voor te stellen om ‘de Natuur’ een wettelijk statuut te geven en een stem in het parlement zonder zich daarbij af te vragen hoe een boom die liever niet geveld wordt of een waterloop die liever niet rechtgetrokken wordt, hun stem in het parlement zullen laten horen.

 

Hoofdstuk II: Kritische benadering

In dit tweede en laatste hoofdstuk onderwerpt Geerts, zoals de titel aangeeft, een aantal kenmerken van woke aan een kritisch onderzoek. Ik beperk me tot enkele want de meeste zijn hierboven al ter sprake gekomen.

Geerts wijdt een paragraaf aan de ‘Triomphe du ressenti’ of de triomf van het aanvoelen (152-155). In de brochure Repères. Manuel pour la pratique de l’éducation aux droits de l’homme avec les jeunes definieert de Raad van Europa ‘racisme’ als: ‘elk incident dat ervaren wordt als racistisch door het slachtoffer of door een andere persoon.’ Daarmee is de subjectiviteit tot wet verheven. Weinstein, de ontslagen hoogleraar uit Evergreen, verklaarde dat zijn studenten zich al ‘geraciseerd’ voelden toen hij ze eenvoudig vroeg op welke manier de blanke superioriteit zich aan de universiteit manifesteerde. Wie een dergelijke vraag durft stellen, is in woke-ogen al een racist. Daarmee is ook de vrijheid van meningsuiting ‘gecanceld’.

Woke plaatst niet alleen het gevoel boven de feiten, maar ook de onderdrukte boven de verdrukker (162-166). Zo ontstaat een cultuur van slachtofferschap, die finaal uitmondt in de tirannie van het slachtoffer. Vandaar de ondertitel van het boek dat we bespreken: La tyrannie victimaire. Het slachtoffer heeft een onaantastbaar statuut en krijgt, alleen al wegens het feit dat hij of zij zich slachtoffer voelt, gelijk. (163) De zelfverklaarde slachtoffers zoeken elkaar bovendien op in de reeds vernoemde safe places waardoor ze elkaar constant bevestigen in hun slachtofferschap én in de overtuiging dat de blanke, mannelijke buitenwereld hen minstens figuurlijk naar het leven staat. Dat gevoel van slachtofferschap kan bovendien het gevolg zijn van uiterst kleine futiliteiten zoals het voorkomen van een N-woord zoals ‘neger’ in een negentiende-eeuwse tekst. In 2020 werd hoogleraar Verushka Lieutenant-Duval aan de universiteit van Ottawa voor drie weken geschorst omdat ze in de cursus literatuur in een daarbij horende historische context het woord ‘nigger’ had uitgesproken. Woke is synoniem geworden voor heksenjacht. Wokes zijn inquisiteurs, verklikkers (‘délateurs’) en vervolgers. (166)

Een aspect dat Geerts tot dan toe nog niet vermeld heeft – en dat dus ook in mijn bespreking nu pas opduikt –, is de parallellie tussen woke en marxisme: Marx sans classes (167-172). Zoals het marxisme het proletariaat wilde bevrijden uit zijn onderdrukking, zo wil woke minderheden bevrijden uit hun onderdrukking. Maar er is meer. Marx zag de dictatuur van het proletariaat als een onvermijdelijke en noodzakelijke stap naar de klasseloze maatschappij. Woke kent de dictatuur van de minderheden dezelfde rol toe. Hoever dat kan gaan, illustreert Geerts aan de hand van een pedofilieschandaal in Yorkshire. Tussen 1997 en 2013 werden daar vijftienhonderd meisjes van elf tot zestien jaar uit kansarme milieus herhaaldelijk verkracht. De bende die dat organiseerde was van Pakistaanse origine. Heel wat klachten zijn geseponeerd omdat men de Pakistaanse minderheid niet wilde kwetsen. Een journalist die hiertegen protesteerde, werd zelfs verplicht om een cursus ‘omgaan met diversiteit’ te volgen. In de inleiding bij de Anthologie de la nouvelle poésie nègre et malgache en langue française van Léopold Sédar Senghor (1906-2001) legt Jean-Paul Sartre (1905-1980) al in 1948 een verband tussen marxisme en zwarte ontvoogdingsstrijd. Op bladzijde xiv schrijft hij: ‘dit antiracistische racisme is de enige manier om rassenverschillen op te heffen’ (‘ce racisme antiraciste est le seul chemin que puisse mener à l’abolition des différences de races’). In zijn ‘Préface’ bij Les damnés de la Terre (1961) van Frantz Fanon (1925-1961) schrijft Sartre op bladzijde 29 (in de editie van 2002) dat wie een Europeaan doodt, twee vliegen in een klap slaat: een dode man en een vrije man. Woke denkt volgens eenzelfde logica.

Ten slotte staat Geerts stil bij de minderheden waar woke het niet voor opneemt: Des silences éloquents (172-186). Ik selecteer er twee. Van protest tegen discriminatie van joden is in het wokisme geen spoor te vinden, ook al neemt het antisemitisme wereldwijd angstwekkend toe, inclusief aanslagen op synagogen en moorden op joden. Dat woke hier totaal blind voor blijft, komt doordat die misdaden meestal gepleegd worden door moslims, die beschouwd worden als een minderheid die beschermd moet worden en in geen geval bekritiseerd mag worden. Joden zijn bovendien meestal blank en maken dus deel uit van de dominante blanke mannenwereld die uitgeschakeld moet worden. Joden vormen weliswaar een minderheid, maar hebben veel sociale en politieke invloed en macht en zijn vaak ook economisch welvarend. Het gaat dus om een valse minderheid (‘une fausse minorité’, 176). Alsof dat alles nog niet volstaat: joden worden geassocieerd met Israël en dus zijn het onderdrukkers. Woke neemt het evenmin op voor de gay moslim of voor de besneden zwarte vrouw. Dat komt doordat de islam door woke gepamperd wordt alsof het om een bedreigde minderheid zou gaan. De kwalijke gebruiken en rituelen worden er, laten we zeggen, dan maar bij genomen. Er is geen woke-protest te horen tegen de manier waarop de islam gays aanpakt, tegen de verplichte hoofddoek, tegen vrouwenbesnijdenis, tegen onverdoofd slachten, tegen gearrangeerde huwelijken, tegen gedwongen huwelijken van oude mannen met piepjonge meisjes, tegen veelwijverij enzovoort.

Tot zover mijn bespreking van dit leerrijke boek van Nadia Geerts. Het graaft dieper en is steviger gedocumenteerd dan bijvoorbeeld Over woke van Bart De Wever. Vanuit mijn eigen ervaring voeg ik tot slot nog een paar bedenkingen toe.

Het woord ‘islamofobie’ kent iedereen. De woorden ‘katholiekofobie’, ‘protestantofobie’, ‘atheïstofobie’ et cetera bestaan niet, en dat terwijl in moslimlanden christelijke gemeenschappen het doelwit zijn van discriminatie en moord, iets wat omgekeerd van het supertolerante westen met betrekking tot de islam niet gezegd kan worden. De opgelegde stilte heeft zonder twijfel ook te maken met het geweld waarmee de islam toeslaat als er ook maar enige kritiek geleverd wordt. Het aantal voorbeelden is legio.

Hoe diep het woke-denken doorgedrongen is in academische kringen, heb ik zelf ondervonden. In 2022 is mij gevraagd om voor het tijdschrift Spiegel der Letteren – het Nederlandstalige tijdschrift over literatuur en literatuurwetenschap met de hoogste wetenschappelijke reputatie – het boek Het slechte geweten van Vlaanderen. Nationalisme, racisme en kolonialisme in de tijd van Hendrik Conscience van Kevin Absillis te bespreken. De aanleiding van dat boek is dat een zwarte die in België woont, doelbewust op zoek is gegaan naar wat als racistisch geïnterpreteerd zou kunnen worden in het oeuvre van, ocharme, Hendrik Conscience. Geen enkele Vlaming leest nog iets van Conscience, laat staan dat hij of zij er racist door zou worden. Maar de genoemde zwarte heeft een paar boeken van Conscience uitgeplozen en daarover in supertolerant Vlaanderen mogen publiceren. Het boek van Absillis is een zwakke poging om Consciences reputatie te redden. In mijn bespreking heb ik de woorden ‘neger’ en ‘zigeuner’ gebruikt want dat doet Conscience ook. Dat mocht niet. ‘Neger’ moest ik vervangen door ‘zwarte’ en ‘zigeuner’ door ... dat wist de redactie zelf niet. Ik heb geweigerd en mijn bespreking is niet gepubliceerd. De cancel culture is dus wel degelijk doorgedrongen tot in de bloesems van de academische boom.

Het wokisme heeft niet alleen de academische wereld geïnfiltreerd, maar het onderwijs tout court. De leraar of lerares die een gerechtvaardigde vraag durft formuleren over de morele (of immorele) principes van de islam, kan gaan stempelen. Ook buiten het onderwijs, ja zelfs in bedrijven en in ieder geval in de sociale sector en bij de overheid, is het wokisme deel gaan uitmaken van de denk- en beslissingscultuur en vooral van de cancel- en censuurcultuur. Denk maar aan de hierboven vernoemde wetgeving over geslachtsverandering.

Een vraag die Geerts zich niet stelt, is hoe een zo gevaarlijke ideologie als woke zich zo snel heeft kunnen verspreiden. Ik voor mijn part, geloof niet dat dat toevallig is gebeurd. Wanneer een dergelijke fundamentele maatschappelijke en ideologische transformatie zich voordoet, dan zit daar altijd een machtige instantie achter die alles organiseert en orchestreert. Het is bijvoorbeeld uitgesloten dat de groten der aarde Greta Thunberg overal een spreekgestoelte hebben gegeven omdat ze haar ideeën zo interessant vonden. Ze is simpelweg gebruikt door machtige lui die Greta en haar coleire perfect konden inpassen in hun agenda, de agenda namelijk van het World Economic Forum (WEF). Wie, zoals ik, de boeken van Klaus Schwab, de zelfverklaarde voorzitter voor het leven van het WEF, gelezen heeft, begrijpt perfect hoe Thunberg en woke gebruikt worden om een heel andere agenda te realiseren. Misschien is het wel wijs van Geerts dat ze dat onaangeroerd heeft gelaten, want wie schrijft wat ik zonet geschreven heb, wordt weggezet als een complotdenker en dus uitgeschakeld en monddood gemaakt.

Geerts wijst erop dat wokes geen relativeringsvermogen hebben. Ze zijn er blind van overtuigd dat zij nu voor het eerst en voor het laatst precies weten wat er in de wereld fout is en wat er moet gebeuren om die fouten te verbeteren, ja voorgoed uit te gommen. Ze beseffen in het geheel niet dat de inquisiteurs die brandstapels oprichtten, ook zo dachten. Evenals de missionarissen die de blijde boodschap in Zuid-Amerika en Afrika gingen verkondigen. Evenals de vele ‘helden’ uit het verleden, die nu beschouwd worden als bandieten, er ook van overtuigd waren dat ze werkten aan een betere wereld en daartoe de wreedste middelen geoorloofd achtten omdat die in hun ogen geheiligd werden door het doel. Net zoals de wokes dat nu doen door te discrimineren, te marginaliseren, te culpabiliseren, te censureren en te vandaliseren (Mona Lisa met soep) want ook voor hen heiligen de middelen het doel. Wie ook maar enig historisch besef heeft, ziet in dat de ngo’s van vandaag, morgen veroordeeld zullen worden als neokolonialisten die vanuit hun westerse, blanke, mannelijke superioriteit aan niet-blanken eens gingen uitleggen hoe ze waterputten moesten graven en hun oogst rijker konden maken alsof die niet-blanken te stom waren om dat op eigen houtje te doen. Hetzelfde oordeel zal geveld worden over Artsen zonder grenzen en over al wie zich bemoeit met andere volkeren, landen en streken vanuit de overtuiging dat hij of zij daar goed aan doet. De wokes beseffen niet dat een volgende generatie over hen zal oordelen zoals nu zij oordelen over de vorige.

 

Philip Vermoortel

* Geerts, Nadia (2024), Woke! La tyrannie victimaire. Brussel, Deville. 210 blz. Deuxième édition.