De Joods-Amerikaanse filosoof Susan Neiman (1955) reisde op 30 april 2023 af naar Gent om haar boek Links is niet woke (Left Is Not Woke) voor te stellen op de Dag van de Filosofie. Na haar presentatie, stelde de Pools-Belgische filosofe Alicja Gescinska (1981) nog enkele vragen aan haar.
Susan Neiman (naar: Dominic Bonfiglio, CC BY-SA 4.0)
De strijd tegen woke – die in wezen volstrekt apolitiek is – dreigt soms ‘gekaapt’ te worden door extreemrechts. In die zin is de stem van de linkse Neiman een verfrissend geluid. Zij legt namelijk glashelder uit waarom links niet woke moet zijn of – sterker nog - kan zijn. Woke gooit namelijk enkele principes die zeer fundamenteel zijn voor het linkse gedachtegoed overboord. En dat is meteen de reden waarom heel wat mensen die zich voorheen links noemden, zich nu niet meer thuis voelen bij het huidige ‘woke links’.
Het verwarrende aan woke is dat de ideologie wel uit lijkt te gaan van emoties die met ‘links’ geassocieerd worden, zoals het opkomen voor sociale rechtvaardigheid en empathie voor de zwakkeren. Maar de filosofische onderbouwing is zeker niet links.
De volgende principes, die afkomstig zijn uit de verlichting, zijn namelijk altijd essentieel geweest voor links:
- Universalisme primeert op tribalisme.
- Er is een onderscheid tussen recht en macht.
- Vooruitgang is mogelijk.
Woke doet afstand van deze principes. De woke-ideologie is gebaseerd op ideeën van onder andere de Franse filosoof Michel Foucault (1926-1984) en de Duitse filosoof en rechtsgeleerde Carl Schmitt (1888-1985). De laatste was overigens ook een berucht nazi.
Wat het universalisme betreft, was er bij Carl Schmitt geen sprake van een universele menselijkheid, maar was enkel het onderscheid tussen vriend en vijand fundamenteel. Foucault ging nog een stap verder en wees zelfs het hele begrip van ‘de mens’ af. Van universele menselijke waarden was er bij Foucault dus geen sprake, aldus Neiman.
Links-zijn hield traditioneel in: je bekommeren om stakende mijnwerkers in Wales, om republikeinse vrijwilligers in Spanje of om vrijheidsstrijders in Zuid-Afrika. Of je nu tot hun groep behoorde of niet. De verbondenheid school immers niet in een bloedband, maar in de overtuiging dat alle mensen, ondanks al hun verschillen, op talloze manieren fundamenteel met elkaar verbonden waren. Het tribalisme daarentegen, gaat ervan uit dat je enkel verbonden kan zijn met mensen van je eigen ‘stam’. In woke vertaalt zich dat concreet in de identiteitspolitiek. Gender en de etnische identiteit worden daarbij gezien als kenmerken die ons quasi volledig determineren. Zo kan een blanke heteroman nooit ten volle de positie van een zwarte lesbische vrouw begrijpen. Die essentialistische visie op identiteit werd enkele decennia geleden nog als dom en veralgemenend gezien en was bovendien een typisch denkbeeld van (extreem)rechts.
Maar vandaag vinden we dit merkwaardig genoeg geen enkel probleem meer. Nochtans is etnische identiteit allerminst een vaststaand gegeven, aldus Neiman. Zo is het leven van een zwart persoon bijvoorbeeld totaal anders in Amerika dan in Nigeria. En Joods zijn in Berlijn of in Brooklyn is zo anders dat het neerkomt op twee verschillende identiteiten, zegt Neiman uit eigen ervaring.
Ten tweede hebben Foucault en Schmitt het onderscheid tussen recht en macht opgegeven. Waar links streeft naar een rechtvaardige samenleving, is rechtvaardigheid voor Foucault en Schmitt enkel een machtsinstrument om andere vormen van macht te bestrijden.
Woke benadrukt het onrecht dat bepaalde groepen is aangedaan en wil de schade herstellen. Op zich is dat een mooi idee, maar doordat het accent zo sterk op de machtsongelijkheid ligt, wordt het concept van de rechtvaardigheid vaak veronachtzaamd. Ontsnappen uit de structurele machtsongelijkheid is quasi onmogelijk. En slachtofferschap wordt als het ware als een deugd gezien.
Tot slot is er het idee dat de mens in staat is tot vooruitgang. Ook dat is cruciaal voor links. Maar noch Foucault, noch Schmitt geloofde hierin. Aangezien staten in de zeventiende eeuw Heer en Vorst hadden verloren, was de geschiedenis in permanent verval geraakt, aldus de reactionaire katholiek Schmitt. En Foucault vond dat elke vorm van vooruitgang onvermijdelijk zou leiden tot een nieuwe vorm van onderdrukking. Ook dat laatste idee heeft stevig wortel geschoten bij woke.
Volgens Neiman zijn klimaatverandering en het opkomende fascisme de grootste uitdagingen van vandaag. Een sterke tegenbeweging van links is dus nodig.
Wat is dan de redding? Een terugkeer naar de waarden van de verlichting. Maar vreemd genoeg ligt die verlichting bij (woke-)links onder vuur. Op de vraag van Gescinska wat volgens Neiman de reden daarvoor is, antwoordt Neiman dat dit grotendeels te wijten is aan onwetendheid en het foutieve idee dat de verlichting aan de basis zou liggen van het kolonialisme. Zo was de Duitse filosoof Immanuel Kant (1724-1804) bijvoorbeeld tegen racisme en kolonialisme, maar wordt hij vaak foutief voorgesteld als een voorstander daarvan.
Helaas heeft links dus afstand gedaan van precies die ideeën die we nodig hebben als we de ruk naar rechts willen vermijden.
Dr. Astrid Elbers
Universiteit Antwerpen
De auteur is kernlid van Hypatia